Frankrijk is dé pleitbezorger voor strategische autonomie binnen Europa en voegt de daad bij het woord met een krachtige industriepolitiek en parallel daaraan de verduurzaming van de economie. Daar kunnen we in Nederland veel van leren. 

In de regio Hauts-de-France komt alles samen:

  • ‘Battery Valley’ in Duinkerken, waar met een uitgekiende wervingscampagne en ‘plug-and-play sites’ giga-batterijfabrieken landen
  • Ports de Lille dat een aanjaagrol vervult voor de circulaire transitie
  • Innovatiecampus Euratechnologies dat op meerdere locaties in en rond Lille een aanjaagrol vervult voor de verduurzaming van de economie
  • Industriehaven van Duinkerken dat een groot decarbonisatie-programma doorvoert
  • Roubaix met vele mogelijkheden om nieuwe circulaire economie te huisvesten in oude fabrieken in het hart van de stad

In 2024 sloten de Nederlandse overheid en de regio Hauts-de-France een unieke samenwerking. Dat is niet voor niets. De Nederlandse ‘regio’ en Hauts-de-France liggen hemelsbreed zo’n 50 kilometer van elkaar vandaan en vertonen veel overeenkomsten, maar zijn ook complementair aan elkaar. 

Ga mee op studiereis naar Lille en Hauts-de-France: Ruimte maken voor transities & nieuwe industrie
Van 24 tot en met 26 september zet vakblad BT zeil naar Lille en de omliggende regio Hauts-de-France. In drie dagen bezoek je vooruitstrevende projecten op het gebied van energie, circulaire economie, logistiek en bedrijventerreinen. Transities staan daarbij centraal, waarbij de circulaire economie en de binnenhaven van de Noord-Franse stad belangrijke ruimtelijke schakels zijn. Ga mee en leer van Frankrijk hoe duurzame industriepolitiek eruitziet! 
Voor meer info en het programma: https://ap.lc/qEloq

We zetten de 10 belangrijkste lessen Lille en de regio Hauts-de-France op een rij:

1. Een duidelijke visie en regionale strategie

De regio Hauts-de-France heeft een duidelijke ontwikkelstrategie met het REV3-transitieprogramma, gericht op de derde industriële revolutie. Dit ambitieuze initiatief, ondersteund door de Europese Unie en regionale autoriteiten, richt zich op de transitie naar een duurzame en digitale economie. REV3 omvat projecten op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, digitale technologieën en duurzaam ondernemen. Dit programma positioneert de regio als voorloper in groene en digitale innovaties door samenwerkingen tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden.

2. Eigen kracht benutten

De ontwikkelstrategie van Hauts-de-France bouwt voort op bestaande kwaliteiten, zoals de auto-industrie, technisch geschoolde bevolking en een groot personeelsaanbod. De regio investeert in omscholingsprogramma’s om de werkloosheid, een erfenis van het industriële verleden, aan te pakken. EuraTechnologies Campus is een voorbeeld van hoe oude economische tradities nieuw leven worden ingeblazen. De campus huisvest start-ups in voormalige textielfabrieken en biedt vervangende werkgelegenheid.

3. Huisvesting als motor van innovatie

EuraTechnologies laat zien dat huisvesting een motor kan zijn voor innovatie. Start-ups krijgen gratis ruimte en worden geselecteerd tijdens pitchrondes. Grote bedrijven willen erbij horen en investeren in de campus, wat hen toegang tot talent verschaft.

4. Bedrijventerreinen als aanjager van transitie

Onderdeel van het REV3-programma zijn de bedrijventerreinen, die een rol spelen in de decarbonisatie en vergroening van de regio. Métropole Européenne de Lille (MEL) investeert 28 miljoen euro in de revitalisering van verouderde bedrijventerreinen, waarbij Europa een belangrijke rol speelt.

5. Extra ruimte voor circulaire economie in steden

Het bezoek aan Ports de Lille toonde het belang van ruimte voor de circulaire economie. Verdichting en transformatie in steden verhogen de druk op watergebonden bedrijventerreinen voor het verwerken van reststromen. Bedrijven die niet kunnen uitbreiden, verplaatsen een deel van hun distributie naar haventerreinen.

6. Grip op circulaire reststromen

Ports de Lille heeft grip op circulaire stromen door gronden in erfpacht uit te geven en opstallen te exploiteren. Dit model, waarbij het havenbedrijf betrokken blijft bij de kwaliteit van de gebouwen, biedt voordelen ten opzichte van de gescheiden logistiek en bedrijventerreinen in Nederland.

7. Realisme bij duurzame logistiek en distributie

Volgens Ferenc Szilagy van Ports de Lille is voor duurzame logistiek een kritische massa en afstand noodzakelijk. Stadsdistributie per bakfiets bleek niet haalbaar zonder voldoende volume, en treinoverslag loont pas bij een afstand van circa 600 kilometer. Voor transport over water gelden ook kritische afstanden.

8. Goedkope ruimte voor circulaire bedrijvigheid

Tissel in Roubaix toont aan dat goedkope bedrijfsruimte essentieel is voor circulaire start-ups. Leegstaande textielfabrieken in Roubaix bieden hiervoor een vruchtbare bodem, waardoor de stad een nieuwe industriële revolutie kan doormaken als ‘upcycle-stad’.

9. Ruimte als asset voor Nederland

Hauts-de-France heeft meer ruimte dan Nederland, wat mogelijkheden biedt voor het vestigen van ruimte-intensieve industrieën zoals giga-factories. North France Invest promoot de regio internationaal en waarschuwt voor het ontstaan van nieuwe monoculturen. De nabijheid van deze regio's kan ook voor Nederland interessant zijn als ‘subhub’ voor vitale functies waarvoor in Nederland te weinig ruimte is.

10. Industriepolitiek en strategische autonomie

Duinkerken laat zien hoe Frankrijk werk maakt van strategische autonomie door gebieden aan te wijzen voor nieuwe fabrieken. Investeringen in plug-and-play-sites en planning-tools, zoals digital twins, helpen miljardeninvesteringen in de regio te faciliteren. De lessen uit de regio Hauts-de-France bieden ook voor Nederland waardevolle inzichten voor duurzame transities en innovatieve strategieën, waarbij ruimte, energie en samenwerking centraal staan.

gebiedsontwikkeling circulaire economie SKBN energietransitie Regio's